De korstgerijpte ronde Allgäuer Bergkäse BOB weegt 15 tot 50 kg. De gaatjes in de kaas hebben de grootte van een erwt en zijn dun verdeeld over de kaasmassa. Het percentage droge stof van de Allgäuer Bergkäse BOB bedraagt 62 % en de kaas moet vier maanden rijpen.
Zwitserse alpenherders, voor wie de Duitse Allgäu een tweede thuis werd, hebben bijgedragen tot het ontstaan van nieuwe kaasvariëteiten.
Oorsprong
Allgäuer Bergkäse BOB wordt van rauwe koemelk gemaakt in het Duitse deel van het Allgäugebied. In 1997 kreeg de kaas een Europese beschermde oorsprongsbenaming.
Kenmerkend voor de Allgäuer Bergkäse BOB is dat hij gemaakt wordt van verse melk van koeien die op het hoge grasland van de noordelijke uitlopers van de Alpen grazen. De in het Zwabische deel van Beieren gelegen districten Lindau (Bodensee), Oberallgäu, Ostallgäu en Unterallgäu, met inbegrip van de steden Kaufbeuren, Kempten en Memmingen, vormen de unieke omgeving voor de productie van deze bekende kaas. Daarnaast wordt Allgäuer Bergkäse BOB geproduceerd in de districten Ravensburg en Bodenseekreis, in het zuidoostelijke deel van de aangrenzende deelstaat Baden-Württemberg.
Rond 1820 kwamen Zwitserse alpenherders werken in deze streek met weelderige bergweiden en een adembenemend uitzicht op de Allgäuer Alpen. Ook Zwitserse melkproducenten vestigden zich in de Allgäu, omdat het klimaat, het landschap en de landbouwstructuur hen deden denken aan hun thuisland. Later begonnen zij voor de kaasmakerij hun eigen technieken te gebruiken, onder meer geïnspireerd op de traditionele Zwitserse Emmental. Dit leidde tot de productie van nieuwe kaassoorten en de verfijning van bestaande variëteiten, met name Bergkäse (bergkaas).
Productie
Elke bergflank verleent de lokale producten een unieke smaak en de Allgäuer Bergkäse BOB vormt daarop geen uitzondering. Cruciaal daarbij is dat van melk tot kaas hoge kwaliteitsnormen worden gehandhaafd. Zoals voorgeschreven door de plaatselijke zuivelvereniging, is de melk afkomstig uit een duidelijk omschreven productiegebied. Kaasmakers in de regio maken uitsluitend gebruik van rauwe koemelk die vóór de stremming tot een temperatuur van minder dan 40 °C wordt verhit.
De korstgerijpte ronde Allgäuer Bergkäse BOB weegt 15 tot 50 kg. De gaatjes, ook de ogen van de kaas genoemd, hebben de grootte van een erwt en zijn dun verdeeld over de kaasmassa. Het percentage droge stof van de Allgäuer Bergkäse BOB bedraagt 62 % en de kaas moet vier maanden rijpen. Het minimale volledige vetgehalte van de kaas bedraagt ten minste 45 à 49 %.
Allgäuer Bergkäse BOB is tot op heden een unieke kaas, met het milde tot zeer kruidige aroma van de alpenweide.