Direct naar de inhoud
Agriculture and rural development

G7

De EU neemt deel aan activiteiten en besprekingen met andere G7-leden over landbouwaangelegenheden.

Rol van de G7

De G7, oorspronkelijk de G8, stamt uit 1973 en werd in 1975 opgericht als informeel forum voor de regeringsleiders en ministers van ’s werelds grootste industrielanden. De jaarlijkse top van de G7 is in de loop der jaren uitgegroeid tot een platform dat de koers van multilaterale gesprekken uitzet en de politieke antwoorden op mondiale uitdagingen bepaalt. De G7 vormt een aanvulling op de G20, die in brede kring wordt gezien als het kader voor wereldwijde coördinatie op economisch gebied.

Sinds de G7-top van Londen in 1977 worden vertegenwoordigers van wat toen nog de Europese Gemeenschap heette, uitgenodigd voor de G7-topontmoetingen. De rol van de EU is in de loop der tijd gegroeid: geleidelijk aan begon de EU deel te nemen aan alle politieke discussies over de agenda van de top en vanaf de top van Ottawa in 1981 neemt zij aan alle werksessies deel.

De Europese Unie is geen soevereine staat, en neemt deel aan de G7 als unieke supranationale organisatie, vandaar de naam G7, de “Groep van zeven”. De EU telt dus niet mee als lid en neemt ook niet het roterende voorzitterschap op zich.

De topontmoetingen van de G7 worden bijgewoond door de leiders van de Europese Unie en de volgende landen:

  • Canada
  • Frankrijk
  • Duitsland
  • Italië
  • Japan
  • Verenigd Koninkrijk
  • Verenigde Staten.

De G7 is in staat om de mondiale agenda te bepalen omdat de beslissingen van deze economische grootmachten een grote impact hebben. De politieke koers die de wereldleiders voor een beleidsthema uitzetten, heeft een “rimpeleffect” op tal van andere internationale organisaties en instellingen.

Beslissingen van de G7 zijn niet juridisch bindend, maar er gaat wel een krachtige politieke invloed van uit.

Aandacht voor wereldwijde voedselzekerheid 

De systeemschokken van de COVID-19-pandemie en de Russische agressie tegen Oekraïne hebben de bestaande uitdagingen voor het mondiale agrovoedselsysteem uitvergroot. Deze uitdagingen verhogen de druk op de wereldwijde voedselzekerheid op lange termijn, met name als gevolg van klimaatverandering en ongunstige weersomstandigheden, aantasting van natuurlijke hulpbronnen als land, water en biodiversiteit, alsook niet-duurzame bevolkingsgroei en een stijging van de voedselvraag, met name in kwetsbare regio’s.

Gezien de ernst van deze uitdagingen hebben multilaterale fora zoals de G7 de voedselzekerheid weer bovenaan de internationale agenda geplaatst. Na een pauze van vijf jaar hebben de ministers van Landbouw van de G7 onder het Duitse voorzitterschap van 2022 opnieuw een werkgroep bijeengeroepen, met twee speciale ministeriële bijeenkomsten in respectievelijk maart en mei.

De EU staat volledig achter de permanente herinvoering van de G7-landbouwwerkzaamheden. Dat is een belangrijk forum voor coördinatie van de beleidsinspanningen van de geavanceerde economieën om tegemoet te komen aan zowel dringende noodsituaties als de langetermijndoelstellingen voor de duurzame transformatie van de landbouw.

Huidige prioriteiten van de G7 op landbouwgebied

De prioriteiten van de G7-landbouwwerkzaamheden tijdens het Duitse voorzitterschap in 2022:

  • wereldwijde voedselzekerheid
  • versterking van duurzame, ontbossingsvrije toeleveringsketens voor landbouwproducten
  • mogelijkheden van koolstoflandbouw
  • voortdurende vermindering van pesticidegebruik
  • bescherming van het klimaat
  • bescherming van de biodiversiteit

De landbouw tot 2016

Door de stijging van de voedselprijzen in de periode 2007-2008 stonden landbouw en voedselzekerheid inmiddels hoog op de politieke agenda van de wereld. Als gevolg van de voedselprijzencrisis kwamen de landbouwministers van de toenmalige G8 (Rusland werd pas later, in 2014, geschorst) in 2009 in Italië bijeen om na te gaan hoe de landbouwsamenwerking met ontwikkelingslanden, met name in Afrika, kon worden verbeterd.

Op de volgende top in Canada in 2010 beloofden de leiders van de G8 22 miljard dollar te zullen uittrekken voor het voedselzekerheidsinitiatief van L’Aquila (AFSI), een driejarig programma om kwetsbare landen te helpen de voedselproductie te verhogen. De grootste toezegging, een bijdrage van 3,8 miljard dollar, kwam van de Europese Unie die ook woord heeft gehouden.

Sindsdien spelen landbouw en voedselzekerheid een belangrijke rol op de topontmoetingen, zoals in Japan in 2016, waar de ministers van Landbouw van de G7 hun topprioriteiten hebben bepaald, waaronder:

  • emancipatie: boeren tot gemotiveerde, ervaren en ondernemende boeren maken door hun capaciteiten en vaardigheden te verbeteren via vrijwillige en wederzijds aanvaardbare kennisoverdracht, door de overgedragen kennis op het terrein en in de beroepsopleiding toe te passen en door de toegang tot ICT, precisielandbouw en landbouwinnovatie te verbeteren;
  • verbetering van de vooruitzichten voor vrouwen en jongeren in de landbouw door te zorgen dat ze een actievere rol gaan spelen bij het bezit en beheer van landbouwbedrijven, marketing en andere landbouw- en voedingsmiddelengerelateerde activiteiten, en stimulering van gelijke toegang tot land en andere productiemiddelen om hun inkomens en bestaansmogelijkheden te verbeteren;
  • vergroting van de rol van boeren in voedselwaardeketens.

Hoewel er tussen 2017 en 2021 geen aparte landbouwwerkzaamheden werden georganiseerd, kwamen de bezorgdheid van de landbouwsector en de wereldwijde handel in agrovoedingsmiddelen telkens aan bod in de jaarlijkse verklaringen van de G7-leiders. Tot de behandelde onderwerpen behoorden de gevolgen van klimaatverandering voor de landbouw en de bijdrage van de agrovoedingssector aan duurzame economische ontwikkeling.

Belangrijke data

Schema van het roulerend voorzitterschap van de G7:

  • VS in 2020
  • VK in 2021
  • Duitsland in 2022
  • Japan in 2023
  • Italië in 2024

Nieuws