Direct naar de inhoud
Agriculture and rural development

Turrón de Alicante BGA / Turrón de Jijona BGA

De beschermde geografische aanduiding (BGA) garandeert dat minstens één van de productie-, verwerkings- of bereidingsstappen in het betrokken gebied plaatsvindt.

Oorsprong

kaart van het kalifaat van Cordoba
Rond 1000 n.C. hadden Arabische en Berberse kolonisten het grootste deel van het Iberisch Schiereiland veroverd.
© Wikimedia Commons

Vermoedelijk werd de eerste noga in de stad Jijona gemaakt door Arabische en Joodse kolonisten. Zij introduceerden amandelen en gedroogd fruit in de plaatselijke keuken.

De productie begon waarschijnlijk al in de middeleeuwen, maar de eerste vermelding van lokale turrón vinden we pas in 1484, in een document van de stad Valencia.

Nadat de persoonlijke kok van koning Filips II (1526-1598) turrón aan het Spaanse hof had geïntroduceerd, groeide het al snel uit tot een geliefde lekkernij van koningen en koninginnen. In 1610 schreef historicus Gaspar Escolano dat turrón vaak als geschenk werd gegeven aan prinsen en koningen.

In de zeventiende en achttiende eeuw evolueerde de productie van turrón en groeide de populariteit ervan. Getuige daarvan zijn de talrijke romans, toneelstukken en wetenschappelijke teksten uit die tijd waarin turrón vermeld wordt.

bergachtig landschap en blauwe hemel
Het bergachtige landschap van de provincie Alicante gaat over in de Middellandse Zee.
© AdobeStock – Alex Tihonov

Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw was de vraag naar noga zo groot geworden dat er fabrieken werden gebouwd. De industriële productie nam een hoge vlucht. In Jijona ontstonden beroemde nogamerken, waardoor mensen van het omliggende platteland naar de stad verhuisden om er in de fabrieken te werken. Veel gezinnen uit de streek reisden en verkochten hun product in heel Spanje en daarbuiten, vooral in Noord-Afrika en Zuid-Amerika.

een man die naast een machine in een fabriek staat, circa 1800s
Dankzij de uitvinding van nieuwe machines konden turrónproducenten tegemoetkomen aan de stijgende vraag.
© Museo del Turrón – Jijona

Tegen de tweede helft van de twintigste eeuw was de voedingsindustrie van Jijona het economische hart van de streek geworden. Om ervoor te zorgen dat de fabrieken het hele jaar door konden draaien, begonnen veel turrónbedrijven tijdens de zomer roomijs te produceren, terwijl ze zich in de winter weer op noga richtten.

In Spanje wordt turrón gewoonlijk met kerst gegeten. De lekkernij maakt deel uit van een unieke traditie die wijdverbreid is in Valencia, Catalonië en Aragón. Die traditie draait rond Tió de Nadal, een magische boomstronk met een lachend gezicht en beentjes van stokken. In de weken voor Kerstmis wordt de stronk gevoederd en verzorgd. Op kerstavond komen kinderen samen rond hun Tió de Nadal en slaan hem met stokken. Daarbij zingen ze liedjes en smeken ze de stronk om hen op magische wijze turrón en andere cadeautjes te schenken.

Op grond van hun verschillende tradities en smaken heeft de Europese Unie Turrón de Alicante en Turrón de Jijona in 1996 erkend als beschermde geografische aanduidingen (BGA).

Productie

Turrón de Alicante BGA en Turrón de Jijona BGA worden geproduceerd en verpakt in de gemeente Jijona, in de Spaanse provincie Alicante.

De kenmerkende smaken van turrón zijn afkomstig van honing en geroosterde amandelen. De variant van Jijona is zacht, aangezien de noga gemengd wordt met fijngemalen amandelen. De variant van Alicante is daarentegen harder door de textuur van gehakte amandelen en laagjes oublie, en is verstevigd met eiwit.

interieur van een fabriek, circa 1900
De turrónproducenten van Jijona hanteren nog steeds dezelfde maatstaven en methoden als hun voorgangers.
© Museo del Turrón – Jijona

Minstens 10 % van de turrón moet bestaan uit zuivere, plaatselijke honing. De schone, gezonde amandelen worden dan weer geselecteerd uit de volgende plaatselijke variëteiten: valenciana, mallorca, mollar, marcona en planeta. Het percentage amandelen bepaalt de klasse van de turrón: “Suprême” (66 % amandelen) of “Extra” (46 % amandelen).

De basis van de noga is een mengsel van suiker en honing, dat op hoge temperatuur wordt gekookt. Voor Turrón de Jijona BGA wordt het mengsel gedurende minstens 30 minuten gekookt. Zodra de noga de gewenste dikte heeft bereikt, wordt hij in bakplaten verdeeld op een verkoelend oppervlak. Wanneer het mengsel voldoende is afgekoeld, wordt het gekneed en afgewerkt, waarna de gemalen amandelen worden toegevoegd. Het mengsel wordt in de ketels gegoten die bekendstaan als “boixets”, en wordt opnieuw gedurende minstens 150 minuten gekookt totdat de gewenste dichtheid is bereikt. De nog warme noga wordt gewogen, gevormd en gesneden om verpakt te worden.

Voor Turrón de Alicante BGA wordt het mengsel van honing en suiker gedurende minstens 45 minuten gekookt. Zodra het mengsel klaar is, wordt verdund eiwit toegevoegd, samen met gepelde, gehakte en geroosterde amandelen. De massa wordt geroerd en gekneed totdat de amandelen gelijkmatig over de noga verdeeld zijn. Het nog warme mengsel wordt gewogen, gevormd en daarna bedekt met laagjes oublie. De turrón wordt in rechthoekige repen gesneden en vervolgens verpakt.

Het afgewerkte product wordt verkocht in lokale winkels en over de hele wereld. In de stad Jijona wordt ruwweg 60 % van de totale hoeveelheid noga in Spanje geproduceerd.

Meer informatie

Turrón de Alicante BGA – rechtsinstrument

Beschermde geografische aanduiding

Eten en drinken van hoge kwaliteit in heel Europa