Oorsprong
De stad Gouda heeft stevige wortels in de traditionele Nederlandse kaasproductie, die teruggaat tot de Middeleeuwen en in de loop van de Nederlandse Gouden Eeuw (de 17e eeuw) tot volle wasdom is gekomen.
De naam van de kaas is afkomstig van de beroemde Goudse kaasmarkt, waarvan sporen tot in de 14e eeuw zijn teruggevonden. In de Middeleeuwen konden Nederlandse steden feodale rechten aanvragen, waardoor zij een monopolie kregen op de verkoop van bepaalde producten. In 1395 verkreeg de stad Gouda dit recht om in Holland kaas te verkopen. Hierdoor mochten de boeren uit dit deel van Nederland hun kaas alleen op de markt van Gouda verkopen en werd de naam van de stad na verloop van tijd synoniem met deze kaas.
Naarmate de kaas populairder werd, werd hij ook in Noord-Holland en daarna in heel Nederland gemaakt. In de 20e eeuw was Goudse kaas uitgegroeid tot een nationaal product met wereldwijde faam.
Hoewel de kaas nu ver buiten het marktplein van Gouda te koop is, zijn de tradities van de kaasmarkt in de stad nog springlevend. Elke donderdagochtend van april tot augustus stapelen boeren hun kazen op voor het stadhuis van Gouda, waar ze met veel bravoure en handjeklap onderhandelen met kaashandelaren totdat beiden tevreden zijn over de prijs.
Gouda is een algemeen erkende kaassoort. Er zij echter op gewezen dat alleen de BGA Gouda Holland en de Noord-Hollandse Gouda BOB door de Europese Unie worden beschermd, omdat zij de oorsprong, de kwaliteit en de authenticiteit waarborgen. Noord-Hollandse Gouda werd in 1996 geregistreerd als beschermde oorsprongsbenaming (BOB), terwijl Gouda Holland in 2010 als beschermde geografische aanduiding (BGA) werd geregistreerd.
Productie
De melk die gebruikt wordt om Gouda Holland BGA te maken, is afkomstig van melkveehouderijen in heel Nederland, terwijl Noord-Hollandse Gouda BOB alleen met melk uit de provincie Noord-Holland wordt gemaakt.
Door de geografische ligging van Nederland (grotendeels onder de zeespiegel) en zijn zeeklimaat groeit er sappig en voedzaam gras op de zand- en kleibodem. Kuddes koeien, meestal het Holstein-Friese ras, grazen op deze weiden en produceren smakelijke melk van uitstekende kwaliteit.
Nadat de koeien gemolken zijn, wordt de melk in een koeltank op de boerderij bewaard bij maximaal 6°C. De melk wordt binnen 72 uur naar de kaasfabriek gebracht, waar zij ofwel meteen verwerkt wordt, ofwel thermisch behandeld wordt (geen volledige pasteurisatie) en kort koel bewaard wordt.
Daarna wordt de melk gedurende 15 seconden bij een temperatuur van ten minste 72°C gepasteuriseerd. Nadat er stremsel is toegevoegd, schift de melk in wrongel en wei. De wrongel wordt in kaasvormen gedaan en geperst. De zo ontstane “kazen” krijgen dan een pekelbad.
Nadat de kazen een tijd in het zoute water hebben gelegen, worden ze uit het bad gehaald en te rijpen gelegd. De rijpingsperiode en de temperatuur spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de karakteristieke smaak. De kaasmakers draaien en controleren de kazen regelmatig. Tijdens het rijpingsproces vormt zich een droge korst.
De rijping van de kaas kan soms meer dan een jaar duren, afhankelijk van de gewenste smaak. Jonge Gouda Holland BGA en Noord-Hollandse Gouda BOB zijn zoetig en zacht; de belegen kazen zijn steviger, hebben een diepgouden kleur en een complex palet van aromatische smaken.
Meer informatie
Gouda Holland BGA / Noord-Hollandse Gouda BOB - wettelijke specificaties