Het GMEK in een notendop
De Europese Commissie heeft het gemeenschappelijk monitoring- en evaluatiekader (GMEK) opgezet om het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voor de periode 2014-2020 te beoordelen en doeltreffender te maken. Er is een overgangsverordening ingevoerd waarbij de meeste GLB-regels van de periode 2014-2020 zijn verlengd tot eind 2022.
Monitoring en evaluatie leveren waardevolle informatie op en
- vormen een degelijke analytische basis voor het toekomstige beleid;
- helpen bij het vaststellen van beleids- en programmadoelstellingen en worden vervolgens gebruikt om te meten hoe deze doelstellingen op lange termijn worden verwezenlijkt;
- leveren een bijdrage aan het afleggen van verantwoording voor overheidsuitgaven en kunnen zo tegemoet komen aan de zorgen en vragen van burgers over het gebruik van hun belastinggeld.
Om de kwaliteit van monitoring en evaluatie te waarborgen, moeten de geplande maatregelen afgestemd worden op de politieke doelstellingen. De doelstellingen van het GLB zijn:
- rendabele voedselproductie, met de klemtoon op landbouwinkomen, productiviteit van de landbouw en prijsstabiliteit;
- duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen en klimaatactie, met de klemtoon op de uitstoot van broeikasgassen, biodiversiteit en bescherming van bodem en water;
- evenwichtige territoriale ontwikkeling, met de klemtoon op werkgelegenheid op het platteland, groei en armoedebestrijding in plattelandsgebieden.
Het monitoring- en evaluatiekader voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid 2014-20
- 1 JULI 2017
Monitoring
Het monitoringelement van het GMEK levert belangrijke informatie op over de uitvoering van het GLB. De Commissie monitort de huidige ontwikkelingen op de landbouwmarkten, in de plattelandsontwikkeling en bij het gebruik van GLB-middelen.
Ter ondersteuning van de beoordeling van de prestaties van het GLB werden een aantal soorten indicatoren gedefinieerd.
- Contextindicatoren die algemene, voor het beleid relevante informatie beschrijven (zoals de beschikbare hoeveelheid landbouwgrond of informatie over de gemiddelde leeftijd van de bedrijfsleiders in de landbouw);
- Outputindicatoren voor inkomenssteun en marktmaatregelen, die informatie verschaffen over zaken als het aantal begunstigden van GLB-inkomenssteun;
- Outputindicatoren voor het EU-beleid op het gebied van plattelandsontwikkeling, bijvoorbeeld overheidsuitgaven voor investeringen;
- Resultaatindicatoren voor de GLB-inkomenssteun die de directe en onmiddellijke effecten van interventies meten (zoals het percentage van het inkomen van boeren dat afkomstig is van inkomenssteun);
- Resultaatindicatoren voor plattelandsontwikkeling die het effect van het beleid beoordelen op bijvoorbeeld bodemerosie en bodembeheer. De meeste van deze indicatoren zijn ook streefindicatoren. Daarnaast zijn er aanvullende resultaatindicatoren voor plattelandsontwikkeling om het netto-effect van de GLB-interventie te beoordelen (updates 2021);
- Streefindicatoren die worden gebruikt om gekwantificeerde doelstellingen vast te stellen aan het begin van de programmeringsperiode voor het plattelandsontwikkelingsbeleid (waarvan sommige overeenstemmen met resultaatindicatoren);
- Impactindicatoren die het langetermijneffect van beleid meten (sommige effecten worden gemeten met contextindicatoren).
De geselecteerde indicatoren worden visueel en interactief gepresenteerd in het dashboard per thema zoals inkomenssteun voor landbouwers, klimaatverandering en luchtkwaliteit, marktgerichtheid en biologische productie.
De Commissie werkt jaarlijks de gegevens bij (afhankelijk van de beschikbaarheid) voor een reeks contextindicatoren die de algemene trends weergeven die van invloed kunnen zijn op de uitvoering, de resultaten en de prestaties van het GLB.
Meer informatie
Jaarlijkse datareeks contextindicatoren
Evaluaties en studies
Met de evaluatie in het kader van het GMEK wordt het effect van beleid beoordeeld. Dit onderbouwt de besluitvorming en verbetert de doeltreffendheid, het nut en de efficiëntie van GLB-maatregelen. Het zorgt ook voor meer transparantie en verantwoording, en het maakt dat lessen worden getrokken uit ervaringen.
Onafhankelijke externe contractanten voeren evaluaties uit van maatregelen in verband met inkomenssteun voor landbouwers, bijstand voor de naleving van duurzame landbouwpraktijken en marktondersteuning. Het gaat onder meer om onderzoeksinstellingen, universiteiten en consultancybedrijven, die werken onder de verantwoordelijkheid van de Commissie op basis van een meerjarig evaluatieplan. Contracten worden gesloten na een openbare aanbestedingsprocedure. Aankondigingen van opdrachten en aanbestedingen worden bekendgemaakt op het platform Tenders Electronic Daily.
Het doel, de reikwijdte en het tijdschema van elke evaluatie worden uiteengezet in evaluatieroutekaarten, waarover burgers feedback kunnen geven.
De evaluaties van de plattelandsontwikkelingsprogramma’s worden uitgevoerd door de EU-lidstaten. De Commissie maakt samenvattingen van de evaluaties vooraf en achteraf op basis van de gegevens van de lidstaten.
Om ervoor te zorgen dat evaluaties stevig zijn ingebed in het beleidsvormingsproces en dat aan de vastgestelde ijkpunten wordt voldaan, heeft de Commissie richtsnoeren en een toolbox voor betere regelgeving ontwikkeld, waarin de vereisten en beste praktijken voor evaluaties van het GLB zijn uiteengezet.
De verslagen en bevindingen van evaluaties zijn onderverdeeld in zes categorieën:
- landbouwers en de landbouw
- duurzaamheid, milieu en klimaat
- plattelandsgebieden
- onderzoek, innovatie en technologie
- producten en markten
- regelgeving en vereenvoudiging
GMEK-verslagen
De Commissie publiceert verslagen over de toepassing van het GMEK en de resultaten van de beoordeling van de prestaties van het GLB.
Het eerste verslag over de monitoring en evaluatie van het GLB voor de periode 2014-2020 is in 2018 aan het Europees Parlement en de Raad van de EU voorgelegd (COM/2018/790 final) en is in december 2021 aangevuld met een tweede verslag.
Een samenvatting van de prestaties en de effecten van de verschillende elementen van het GLB in de periode 2014-2020.
Naar het PMEK
Op 6 december 2021 is Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische GLB-plannen aangenomen. Bij deze verordening is het prestatie-, monitoring- en evaluatiekader (PMEK) vastgesteld, dat van 2023 tot en met 2027 van toepassing is op het GLB.
Het PMEK ondersteunt de verschuiving bij de beleidsfocus van naleving van de regels naar prestaties en resultaten. Dit nieuwe prestatiegerichte uitvoeringsmodel maakt gebruik van een reeks gemeenschappelijke prestatie-indicatoren.
Deze reeks gemeenschappelijke prestatie-indicatoren omvat:
- outputindicatoren, die zullen worden gebruikt voor het monitoren van de uitvoering van het GLB;
- resultaatindicatoren, die zullen worden gebruikt om de vooruitgang van de EU-landen in de richting van vooraf vastgestelde doelen te monitoren;
- context- en impactindicatoren, die zullen worden gebruikt om de algehele beleidsprestaties te toetsen aan de GLB-doelstellingen.
Nadere richtsnoeren voor het plannen en rapporteren van output- en resultaatindicatoren zijn te vinden in de begeleidende nota.
- 1 JULI 2024
- 1 JULI 2024
- 29 FEBRUARI 2024
- 10 OKTOBER 2024
Gegevens voor monitoring en evaluatie
Op 6 september 2022 is Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1475 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen wat betreft de evaluatie van de strategische GLB-plannen en wat betreft de verstrekking van informatie voor monitoring- en evaluatiedoeleinden aangenomen. In deze verordening zijn een reeks gemeenschappelijke regels vastgesteld voor het verzamelen van gegevens die zullen worden gebruikt voor de monitoring en evaluatie van activiteiten tijdens de uitvoeringsperiode van het GLB van 2023 tot en met 2027.
Die gegevens vormen een fundamenteel onderdeel van het PMEK en het prestatiegerichte uitvoeringsmodel. In dit verband worden vijf soorten gegevens verzameld :
- uitgesplitste gegevens over interventies en begunstigden, d.w.z. de gegevens die aan het jaarlijkse prestatieverslag ten grondslag liggen;
- het aandeel blijvend grasland dat jaarlijks op grond van artikel 48, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 van de Commissie wordt bepaald;
- gegevens over interventies in bepaalde, in titel III, hoofdstuk III, van Verordening (EU) 2021/2115 genoemde sectoren;
- gegevens over in artikel 127, lid 3, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde operationele groepen in het kader van het Europees innovatiepartnerschap (EIP);
- gegevens over plaatselijke actiegroepen (LAG’s) en hun activiteiten voor Leader zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 15), van Verordening (EU) 2021/2115.
Nadere richtsnoeren voor het verzamelen en rapporteren van de verschillende soorten gegevens zijn te vinden in de volgende documenten:
- 6 FEBRUARI 2024
- 6 FEBRUARI 2024
- 6 FEBRUARI 2024
- 6 FEBRUARI 2024
Rechtsgrondslag
De volgende regels zijn van toepassing op het GMEK voor wat betreft:
- het opzetten van het gemeenschappelijk monitoring- en evaluatiekader (zie artikel 110 van Verordening (EU) nr. 1306/2013);
- de toepassing van het GMEK (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 834/2014 van de Commissie);
- de monitoring- en evaluatie-elementen van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) (Verordening (EU) nr. 1303/2013);
- de monitoring en evaluatie van het plattelandsontwikkelingsbeleid (Verordening (EU) nr. 1305/2013 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie).
De volgende regels zijn van toepassing op het PMEK voor wat betreft:
- het opzetten van het prestatie-, monitoring- en evaluatiekader (zie artikel 128 van Verordening (EU) 2021/2115);
- de berekening van output- en resultaatindicatoren (Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290 van de Commissie);
- de evaluatie van de strategische GLB-plannen en de verstrekking van informatie voor monitoring- en evaluatiedoeleinden (Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1475 van de Commissie).